De Hypotheekshop ziet onder starters weer een opgaande lijn ontstaan. Veel starters maken daarbij gebruik van de hulp van hun ouders, waarbij een schenking het meest voorkomt. Maar ook een stijgend aantal gemeenten maakt (weer) werk van de Starterslening, die gunstiger uitpakt.
Een aantal gemeenten had – met het aantrekken van de woningmarkt – besloten om geen Starterslening meer aan te bieden. Mede hierdoor werden in 2019 minder Startersleningen (2.256) verstrekt dan in 2018 (2.551). In crisistijd besluiten meer gemeenten echter om de Starterslening nieuw leven in te blazen, anderen verhogen de budgetten. Door ruimere voorwaarden komen ook wat duurdere woningen in aanmerking voor de Starterslening. Hiermee spelen gemeenten in op het beperkte woningaanbod in de lagere prijsklassen.
Binnen de familie wordt de starter ook op verschillende manieren aan het beoogde droomhuis geholpen. Volgens De Hypotheekshop is de ouder-kind-schenking nog steeds het populairst. “Daarnaast zien we leningen en familiehypotheken, gezamenlijke koop met broer/zus of ouders en garantstelling door de ouders, hoewel de laatste twee opties in de praktijk wel lastig financierbaar zijn.”
Duokoop
De mogelijkheid van Duokoop (product van DNGB) wordt ook vaker gebruikt, merkt De Hypotheekshop op. Daarmee wordt alleen het huis gekocht en wordt de grond gepacht. Voor starters die klem zitten tussen huur en koop kan deze optie volgens de hypotheekketen een overweging zijn, waarbij in een later stadium alsnog de grond kan worden bijgekocht.